Het Amerikaanse bedrijf Princess moet een recordboete van 40 miljoen dollar betalen aan de Amerikaanse overheid.

Het bedrijf geeft toe dat het jarenlang gigantische hoeveelheden met olie verontreinigd water via een ’toverpijpleiding’ de oceaan in dumpte, soms op slechts ongeveer 35 kilometer afstand van de Britse kust, zo schrijft The Guardian.

De toverpijpleiding werd in 2013 ontdekt door een bemanningslid, die het meldde aan de autoriteiten. Het bijna 300 meter lange schip bleek al sinds 2005 zijn afval te dumpen in de oceaan. In één illegale lozing werd er maar liefst 16.000 liter verontreinigd water de oceaan in gestort.

Uit nader onderzoek bleek dat er op vier andere schepen van Princess soortgelijke illegale praktijken plaatsvonden. Zo werd er bijvoorbeeld schoon oceaanwater gebruikt om de sensoren die normaal verontreinigd water detecteren voor de gek te houden.

Het verontreinigde water is afkomstig uit de motoren en benzinesystemen van het schip. Dat afval dient gelost te worden in een haven, zodat het verwerkt of verbrand kan worden. Door het met olie verontreinigde water in plaats daarvan gewoon in de oceaan te dumpen, kon het bedrijf kosten besparen.

Opvallend genoeg legt het bedrijf de schuld niet bij zich zelf. Princess zegt "ontzettend teleurgesteld" te zijn in de medewerkers die de wet en het bedrijfsbeleid hebben geschonden.

"Hoewel we over het benodigde beleid en de procedures beschikten, is duidelijk geworden dat die niet effectief waren", aldus een verklaring. "Het spijt ons ten zeerste dat dit is gebeurd. We zullen extra maatregelen treffen om er voor te zorgen dat we alle milieustandaarden behalen of overtreffen."